Print deze pagina print deze pagina

 

Sponsoren:

Wedstrijd reglement

Hieronder vindt u het reglement dat wordt gehanteerd bij wedstrijden.

  1. Een speler/speelster mag een maand niet in de Nevobo-competitie spelen.
  2. Een speler/speelster mag gedurende het seizoen maar voor één vereniging spelen.
  3. a. Een speler/speelster mag drie wedstrijden per seizoen in een hoger team spelen.
    b. Bij spelerstekort mogen dames drie wedstrijden per seizoen meespelen in een herenpoule.
    c. Als dames het seizoen in een heren team starten geldt regel 3b. niet.
    Wij rekenen op de sportiviteit van de teams, dat zij zich aan deze regels houden.
    De teams, die zich niet aan deze regel houden, hebben die wedstrijd met 3-0 verloren.
  4. Een team mag uit vijf spelers/sters bestaan.
  5. Het eerstgenoemde team zorgt voor een teller.
  6. De teams dienen vijf minuten voor aanvang van de wedstrijd aanwezig te zijn.
  7. De aanvoerder/ster van elk team dient zich voor aanvang van de wedstrijd in de radiokamer van de sporthal te melden.
  8. Als een team op het moment van aanvang van de wedstrijd niet met minimaal 5 personen in het veld staat is de 1e set verloren. Na 13 min is de 2e set verloren en na 26 min. Is de 3e set verloren.
  9. Wisselen tijdens een set is alleen toegestaan om een geblesseerde speler te vervangen. Deze geblesseerde speler mag de rest van de set niet meer meespelen.
  10. Indraaien bij de opslag is toegestaan. Dit dient op een zodanige manier te gebeuren dat het niet uitgelegd kan worden als tactisch wisselen. Dit ter beoordeling van de scheidsrechter.
  11. Teams, die de eerste wedstrijd spelen, bouwen de velden op.
  12. Teams, die de laatste wedstrijd spelen, ruimen de velden op.
  13. De opslag dient binnen vijf seconden gespeeld te worden.
  14. We spelen volgens het ralley-point-systeem; d.w.z. ieder punt telt, ook al ben je niet aan de opslag.
  15. Bij de opslag mag de bal het net raken.
  16. De telling gaat door tot 25 punten (met 1 punt verschil in de setstand).
  17. De bal mag niet met de voet gespeeld worden.
  18. Indien de scheidsrechter spelbederf constateert, gaat de opslag naar de tegenstander. Heeft de tegenstander de opslag, krijgen ze er en punt bij.
  19. Wanneer de speeltijd is verstreken en de stand is gelijk (bijv. 12-12) wordt er afgefloten. Er wordt dan gespeelt om het winnende punt, waarbij het team dat de opslag had opslaat.
  20. De derde set telt alleen mee, als één van de teams vijf of meer punten heeft behaald.
  21. Indien er geen teller aanwezig is, moet één van de spelers tellen.
  22. Alle teams spelen met antennes.
    Raakt de bal de antenne, of gaat de bal buiten de antenne om: is de bal uit.
  23. Bij niet-voorziene omstandigheden beslist de organisatie.
  24. Het team, dat een wedstrijd afzegt, heeft die wedstrijd met 3-0 verloren.
  25. Teams mogen op lege velden niet met een bal inspelen als er nog competitiewedstrijden aan de gang zijn.
  26. De organisatie is niet aansprakelijk voor verlies, diefstal of beschadiging van eigendommen.
  27. De teams zorgen zelf voor een inspeelbal.
  28. De organisatie zorgt voor wedstrijdballen.
  29. Met de wedstrijdballen wordt niet ingespeeld.
  30. Spelers/speelsters mogen eenmaal gedurende het seizoen van vereniging wisselen. Voordat men speelgerechtigd is voor de nieuwe vereniging mag er gedurende 1 kalendermaand geen competitie gespeeld zijn.
  31. Teams die in de eindstand gelijk eindigen, kunnen een beslissingsset, 25 punten 2 punten verschil, spelen. Wil een van de teams deze set niet spelen, heeft dit team automatisch de beslissingsset verloren.
  32. Inschrijving verplicht tot betaling van het inschrijfgeld. Is het inschrijfgeld 1 week voor het spelen van een wedstrijd niet binnen, wordt deze wedstrijd niet gespeeld en is deze reglementair met 3-0 verloren.